Wolde, Ellen van: Moord in de afgesloten kamer (Schrift 234 Het boek Rechters jaargang 39 • nummer 6 • december 2007 • pagina 195)
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als hij uitgegaan was, zo kwamen [38]zijn knechten, en zagen toe, en ziet, de deuren der opperzaal waren in het slot gedaan; zo zeiden zij: Zeker, hij [39]bedekt zijn voeten in de verkoelkamer. 38. Te weten van Eglon. 39. Aldus wordt de stoel- of kamergang eerbaarlijk in de Schrift uitgedrukt, omdat zij in het nederzitten of bukken de voeten met hun overkleed bedekten. Zie 1 Sam.24:4.